Publicaties

Klimaat en kolonisatie

Historici kijken van oudsher vooral naar de rol van mensen in historische processen, maar er is een groeiende aandacht voor de bepalende betekenis van natuurfenomenen voor de loop van de geschiedenis. Voorbeelden in het heden te over. Zo ligt de enorme impact van orkaan Irma van september 2017 nog vers in het geheugen. Voor de inwoners van Sint Maarten en andere Caribische eilanden staat het leven nog altijd in het teken van het herstel. Zulke zware stormen zijn tegenwoordig vooral ontwrichtend omdat ze de infrastructuur verwoesten waarvan de moderne mens afhankelijk is. Die opnieuw opbouwen gaat moeizaam, zeker als de overheid beperkt middelen inzet. In vroeger tijden brachten zware stormen andere grote risico’s met zich mee, vooral voor de scheepvaart. Over de vele scheepsrampen in de 17de en 18de eeuw werden tal van verhalen gepubliceerd, waardoor ook de thuisblijvers doordrongen waren van gevaren op zee.

Schip Noord-Holland tijdens en na de storm, 1784, Theodoor Koning, 1784 – 1786, detail. Collectie Rijksmuseum.

Ook al bracht een storm een schip niet tot zinken, dan nog werd het bijhouden van de koers bemoeilijkt. De geografische breedte kon bepaald worden met behulp van de positie van het schip ten opzichte van de sterren, maar de lengtegraad moest geschat worden, daarvoor was lange tijd geen precieze rekenmethode. De stuurman deed dit door de snelheid en de koers zo nauwkeurig mogelijk bij te houden, maar ten tijde van storm was zo’n zorgvuldige meting onmogelijk.

Dit kon rampzalige gevolgen hebben. Als een storm was gaan liggen, vaak pas na meerdere dagen, kon een schip geheel van koers geraakt zijn en kon het weken extra duren voor het schip op de juiste bestemming aankwam, maar daar was bij de inname van water en proviand niet op gerekend. Zelfs als je een storm overleefde, werd het leven aan boord dus wel eens behoorlijk penibel. Migranten op weg naar de kolonie Suriname vertelden na zo’n reis die uitliep dat zij twee weken lang slechts een pint (ongeveer een halve liter) per dag mochten drinken. En dat terwijl het ook aan boord al snel tropisch warm werd. Een vrouw schreef dan ook dat ze tijdens die dorstige reis menigmaal wenste dat ze haar ‘buick vol’ kon drinken.

Het klimaat heeft echter ook een structureler invloed op de geschiedenis. Wellicht speelde dit ook een rol bij de kolonisatie van Suriname. Het was was de inwoners van de Nederlandse Republiek namelijk wel duidelijk dat orkanen regelmatig huishielden in het Caribisch gebied. Het weer figureert altijd in pamfletten die aanspoorden toch vooral te migreren naar koloniën in Amerika, en Suriname werd bijvoorbeeld aangeprezen omdat men daar juist niet met orkanen te maken had. Hoewel het een warm land was, zou een frisse wind voor genoeg verkoeling zorgen.

Via brieven van kolonisten ontving het thuisfront echter veel verhalen over hoe ongezond het klimaat in werkelijkheid was: ze konden in de middag niet eens naar buiten vanwege de ‘grouwelijcke heijtte’. Deze brieven maakten de kolonie niet bepaald een aantrekkelijke bestemming. De migratie naar Suriname vanuit Europa kwam nooit daadwerkelijk op gang. Hoeveel Europeanen zouden zich door het klimaat hebben laten weerhouden? En in hoeverre beïnvloedde dit de groeiende vraag naar tot slaaf gemaakte Afrikaanse arbeiders?

Dit artikel is gepubliceerd in mijn rubriek ‘Overzee’ in Geschiedenis Magazine 53.6 (2018) 24.